Carlijn's kookboek

Bladerdeeg

Voor het deeg:
250 gr bloem
140 ml water
5 gr zout
50 gr boter, op kamertemperatuur
Om te toeren:
200 gr boter, koud


Kneed de bloem, het water, het zout en 50 gram boter kort tot een samenhangend deeg en vorm hier een bal van. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het 30 minuten rusten in de koelkast.
Druk de bal deeg op een licht bebloemd werkblad iets plat en rol er vier punten aan. Laat het midden van het deeg iets dikker, zodat het deeg na het inpakken van de boter (en na het over elkaar heen vouwen van de flapjes) aan de onder- en bovenkant even dik is.
Snij de boter om te toeren in plakken van ong 1 cm dik. Plaats de plakken boter in het midden en sla de vier punten deeg eroverheen, zodat de boter helemaal ingepakt is.

Toeren:
Rol het deeg langwerpig uit tot het drie keer zo lang is als dat het breed is.
Vouw de plak in drieën. Draai de plak een kwartslag en rol het nu in de andere richting uit, tot het deeg weer drie keer zo lang als breed is. Vouw ook dit stuk deeg weer in drieën. Dit is 1 toer. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het minimaal 30 minuten (langer mag altijd) rusten in de koelkast.
Herhaal de toer nog twee keer, met 30 minuten rusttijd tussendoor. Zo is het bladerdeeg uiteindelijk 3 keer getoerd. Het deeg moet daarna ook weer minimaal 30 minuten in de koelkast rusten voordat je het uiteindelijk gaat verwerken. Dit rusten is erg belangrijk omdat zowel het deeg als de boter goed koud moeten blijven. Daardoor ontstaan de laagjes boter in het deeg, die tijdens het bakken voor de bladerende werking zorgen.

1 plak bladerdeeg uit de winkel weegt 45 gram

https://rutgerbakt.nl/basisrecepten/how-to-bladerdeeg/